Zoeken in deze blog

zondag 6 januari 2013

dinsdag 1 januari 2013

Hooggevoelig en wat maakt je enthousiast?


‘Iets dat wij werkelijk zouden moeten leren, is niet te denken dat wij alleen in onze jeugd de mogelijkheid hebben ons te ontwikkelen; die mogelijkheid hebben we ons hele leven lang tussen geboorte en dood.’

Rudolf Steiner




Wat maakt je blij? was de vraag die ik afgelopen maand op facebook postte. De antwoorden die erop kwamen bezorgden me dat heerlijke, warmte-in-je-hart-gevoel, dat blije gevoel dat de uitwerking heeft van een hoopvol lichtje ergens diep van binnen. Zo stond er onder meer: Thuiskomen na lange tijd weg te zijn geweest, een spontane omhelzing, na een fikse onweersbui naar buiten gaan, de geur van koffie als ik wakker word, aan een nieuw boek beginnen, de zon die doorbreekt, een kopje van mijn kat, iemand een cadeautje geven, bezoek krijgen… Zo kennen jullie vast ook je eigen geluksmomenten. 
Denkend over blijheid in het algemeen, bleef ik steken bij de blijheid van spelende kleine kinderen, bijvoorbeeld van kinderen die ontdekken hoe je blokken moet stapelen, of hoe je een tent kunt bouwen van stoelen en tafels met lakens er overheen. Zo’n stralend gezichtje wanneer de blokkentoren eindelijk heel hoog is geworden en niet is omgevallen, of wanneer de lakens zó zijn gehangen of met knijpers zijn vastgezet dat ze er níet meer afglijden… 
Aan die blijdschap gaat doorgaans een heel bijzonder enthousiasme vooraf, een enthousiasme dat het kind drijft om al spelend steeds nieuwe ontdekkingen te doen. Toen ik in diezelfde facebookgroep vervolgens dan ook de vraag stelde, wat maakt je enthousiast? kwamen er hele andere antwoorden: De ontdekking dat ik talent voor schilderen heb, in een koor zingen, samen met vrienden iets ondernemen, een project opzetten, met een goeie groep mensen een ecodorp stichten, het onderwijs in gaan om kinderen te inspireren, mijn eigen verhaal schrijven… Wat ik aan deze antwoorden beleef is een zekere bezieldheid. En als ik dan naar de herkomst van het woord enthousiasme kijk, dan word ik opnieuw blij van binnen. Enthousiasme komt van het Griekse “en-theos”, in God. Bestaat er een verband tussen dat blije, lichte gevoel, bezieling en “een goddelijke vonk”? Ik denk van wel. 
Zou het niet heerlijk zijn om die kinderlijke blijdschap, dat kinderlijke enthousiasme ook in het latere leven bewust te kunnen beleven? Om het zomaar op te kunnen roepen? Helaas is het zo dat het leven ons een schier eindeloze reeks regels, wetten en waarden oplegt waardoor dat innerlijke vonkje van bezielde creativiteit en van inspiratie beetje bij beetje gedoofd wordt. Je leert aanvaarden en gehoorzamen, en misschien raak je zelfs zo uitgeblust en teleurgesteld dat je alleen nog maar kunt denken dat het leven nou eenmaal een tranendal van slikken en afzien is. Wie zijn enthousiasme verliest trekt zich terug in zijn comfortzone. 
Als je dit leest ben je waarschijnlijk een HSP’er, een hoogevoelig mens. En als HSP’er ben je je er vrijwel zeker van bewust dat het leven weliswaar hele moeilijke momenten kent, maar dat het toch echt wel méér is dan een ellendig tranendal. In de meeste HSP’ers leeft dan ook vaak het verlangen om iets te doen waar de wereld een meer leefbare plek van wordt. Het is niet voor niets dat er zo veel hooggevoelige mensen werkzaam zijn binnen de gezondheidszorg, in het onderwijs, in vrijwilligersorganisaties en op het gebied van de kunsten, om maar eens wat te noemen. 
Zonder enthousiasme, zonder innerlijk warmtevonkje is het moeilijk om je echt blij en tevreden te voelen. Enthousiast zijn, een droom of een ideaal hebben en je daarvoor inzetten geeft een goed gevoel. Enthousiast zijn, een droom en een ideal hebben zorgt dus voor een aantal positieve gevoelens. En niet alleen dát; het geeft ook energie. Slikken en afzien geeft dat niet. Slikken en afzien kóst energie. Iemand die in een dip zit heeft meestal een tekort aan energie; wanneer je het (even) niet meer ziet zitten, brandt je innerlijke pitje laag en teer je op reserveënergie. Ik wil het ook wel omdraaien: als je gedurende zekere tijd meer energie hebt moeten verbruiken dan je weer bij kon tanken, raak je oververmoeid en kom je vanzelf in een dip. HSP’ers gebruiken doorgaans veel energie en nemen onvoldoende tijd om de voorraad weer aan te vullen.


Wat kun je doen om dat warmtevonkje brandende te houden?
Het zal duidelijk zijn dat het niet lukt zo lang je niets kunt vinden om warm voor te lopen. Je zult iets moeten hebben, hoe ogenschijnlijk klein of onbeduidend ook, waar je voor in beweging wilt komen. Een droom (groot of klein) die je altijd hebt gekoesterd. Je zou de zorg op je kunnen nemen voor een huisdier, een hobby ontwikkelen, of besluiten je ergens voor in te zetten. Net zo zou je kunnen denken aan afslanken, stoppen met roken of aan sport gaan doen. Op zich is het begin van een nieuw jaar daar een goed moment voor. Wat voor project je ook kiest, het moet iets zijn waarmee een innerlijke behoefte bevredigd wordt, iets waarmee je je echt kunt verbinden. 
Maar het hebben van een droom en een project is niet voldoende. Je zult ervoor in actie moeten komen. Als je echt wilt dat er iets gebeurt zul je maatregelen moeten nemen: een plan ontwikkelen met het oog op het doel dat je jezelf hebt gesteld. Je kunt natuurlijk ook wachten op een teken of een uitnodiging van buitenaf (noem het goddelijke interventie ;) ) maar als die uitblijft en je droom geen pootjes krijgt, kun je daar niemand de schuld van geven. Zonder zelf verantwoordelijkheid te nemen, zonder uit je comfortzone te komen, kán het natuurlijk zijn dat iemand je iets cadeau doet, maar de kans is groot dat dat niet gebeurt en dat je zelf in actie zult moeten komen. 
Wat je ook nodig zult hebben is zelfkennis. Het doel dat je jezelf stelt moet wel iets zijn dat haalbaar voor je is. Heb je een prachtige droom maar weet je van te voren al dat die naar alle waarschijnlijkheid nooit gerealiseerd zal kunnen worden, dan is het niet handig om daaraan vast te blijven houden. Weet waar je fysieke, emotionele en financiële grenzen liggen. Het is misschien niet zo realistisch om een eigen huis te willen wanneer je geen werk hebt, maar wat je wèl kunt doen, is het kiezen van doelen die je naar die grote droom op weg kunnen helpen. In plaats van “alleen maar” dat huis te willen, zou je dus eerst een vak moeten leren of opleiding moeten doen, en daarna zou het vinden van een baan of het beginnen van een eenmansbedrijfje een volgend doel kunnen zijn zijn. Een doel voor ogen hebben is goed, maar verlies eerdere haalbare stappen (tussendoelen) niet uit het oog. Denk eraan dat het te hoog leggen van de lat tot gevolg heeft dat je eraan onderdoor gaat en je hoogst waarschijnlijk in een dip beland. 
Een (haalbare) droom verwezelijken is mogelijk, maar doe het stapje voor stapje. Iemand die niet hooggevoelig is presteert mogelijk beter wanneer hij voor een flinke uitdaging komt te staan, maar voor een HSP’er is het juist van belang om die uitdagingen níet te groot te maken en om de lat stukje bij beetje hoger te leggen; deelsuccessen werken motiverend en het warmtevlammetje van enthousiasme blijft branden en wordt zo mogelijk nog krachtiger, terwijl het steeds maar net niet halen van het schijnbaar onbereikbare doel ronduit ontmoedigend werkt. 
Waar word jij blij en enthousiast van?
Wat is jouw droom?
Hoe ziet je plan eruit en wat zijn de stappen die je je hebt voorgenomen?